woensdag 30 december 2020

11. De ongelofelijke 13de eeuw


Prof. Van Houtte meldt in zijn boek (10, blz. 184) dat voor het middeleeuwse Brugge statistische gegevens, zoals een modern havenbedrijf die publiceert, niet ter beschikking staan: tonnenmaat, aantal schepen, … Echter, de spectaculaire toename van de opslagcapaciteit in Brugge met Waterhalle en Hallen, de snelle opkomst van de Zwinhavens, de extreme toename van de bevolking, van 5.000 aan het begin van de eeuw tot 60.000 (11, blz 98) aan het einde, de bouw van een tweede omwalling van 7 km, wijzen op een voortdurende en sterke toename van de maritieme goederenstromen. 

De primitieve infrastructuur en werkwijze van het eerste uur – overslag van zeeschip op klein vaartuig, aanlanding van de goederen op de dam, transport over de weg naar Brugge – komt vlug onder grote druk. De overslag op de dam is daarbij het knelpunt of bottleneck: de kleine vaartuigen, de binnenschepen rechtstreeks tot in de stad laten varen, ware ideaal voor de import van goederen als voor de export. Zeeschepen tot in Brugge laten varen is geen optie. 

Een kanaal tussen het Zwin en de stad zal hiervoor nodig zijn. Het kanaliseren van de Reie voor de lichters ligt voor de hand. Dit kanaal zal moeten aansluiten op de reeds bestaande kanalen in de stad en die hebben constant een hoog waterpeil nodig voor de bescherming van Burg en stad. Ook voor lossen en laden zal dit constante hoge waterpeil een groot voordeel hebben: de continuïteit van de operaties, want onafhankelijk van het getijde. 

In tegenstelling met de stad, speelt in het Zwin het getij geen rol bij de overslag tussen schip en lichter: ze liggen daar naast elkaar en ondergaan solidair het getij. Maar ergens tussen de stad en de dam zal dus een ontkoppeling van het getij moeten plaatsvinden. 

De dam moet ook ‘doorvaarbaar’ worden voor de lichters: van het Zwin naar het kanaal en omgekeerd. De oplossing die men ziet is de constructie van een sluis in de dam, in Damme. Een sluis lost twee problemen op: de noodzakelijke ontkoppeling van het getij en de ‘doorvaarbaarheid’ van de dam. De bouw van zulk een schutsluis met innovatief karakter zou een echte krachttoer vol risico zijn. 

Een bijkomend probleem is het onregelmatige debiet van de Reie: te groot, met overstromingen in de winter, te klein, met hinder voor de scheepvaart in de zomer. Dit kan opgelost worden door de bouw van een afdamming, met een schutsluis, stroomopwaarts van de stad. Er zal hierdoor tegelijkertijd een meer van Zoetwater ontstaan: het Minnewater, zo belangrijk voor de bevoorrading van de stad: de tweede omwalling brengt het binnen de veilige stadsgrenzen. 

Tussen beide sluizen – te Damme en het Minnewater – zal het waterpeil in de stad nauwkeurig kunnen geregeld worden. Ook de scheepvaart stroomopwaarts op de Reie wordt gewaarborgd door voldoende diepgang in de zomer. 




Het plan. 

De bouw van een 5 km lang kanaal, de bouw van een schutsluis in Damme, de aanleg van het Minnewater met een afdamming en een tweede schutsluis. 

Ook de uitvoering van dit plan wordt een risicovol huzarenstukje. Men mag niet uit het oog verliezen dat dit plan moet uitgevoerd worden tegen de achtergrond van een getijdeverschil van gemiddeld 4.5 meter, en soms heel wat meer bij springtij. 

De innovatie. 

Er is in Europa geen voorbeeld ter beschikking van gelijkaardige haveninfrastructuur, bij gelijkaardige tijverschillen. De schutsluis in Damme is uniek. 

De investering. 

De werken hebben een grote omvang, vragen forse middelen. Maar het is alles of niets. Het heeft geen zin om slechts onderdelen van het plan uit te voeren. Om resultaat te boeken moeten alle onderdelen klaar te zijn. 

Het risico. 

Is het plan voldoende? Zal het technisch kunnen uitgevoerd worden? Zullen er geen verrassingen opduiken? Zal het commercieel aanslaan? 

De Bruggelingen beslissen de investering uit te voeren, ze zien het potentieel. In het Zwin kunnen vele tientallen schepen gelijktijdig veilig voor anker gaan en maritiem transport is, in vergelijking met transport over land, vele malen superieur. Ze zien ook de groeiende belangstelling voor de markt in Brugge en de mogelijkheden voor de export van eigen producten. 

Het succes van deze investering zal buitengewoon blijken te zijn en zal Brugge katapulteren tot het New York van West-Europa. 








36. Een Belgisch kanaal

  Op dit punt gekomen van de conferentie, ontvouwt de Maere een alternatief plan: een ‘Belgische kanaal’ inderdaad, dat Gent verbindt met ee...