Na de uitzonderlijk zware storm van 1134 hervat de natuurlijke Verlanding aan de kust zijn beloop, ook in het pas gevormde Zwin zet de verlanding zich door. Al vroeg in de 13de en 14de eeuw verschijnen er zandbanken, vooral in de vaargeulen die toegang verschaffen tot het Zwin.
In het Brugse stadsarchief wordt een kaart bewaard van de monding van het Zwin: zie ook het vorige artikel. Ze is ongedateerd, stamt uit de het begin van de 16de eeuw, meer bepaald uit de periode 1505 – 1516. De aanwezigheid van zandbanken is direct zichtbaar getekend in de beide toegangen tot het Zwin: het Sluisse Gat (westelijk) en het Zwarte Gat (oostelijk).
De zandbanken vermeerderen zich, nemen geleidelijk toe in omvang en worden alsmaar lastiger voor de scheepvaart. Deze toestand stelt de kapiteins van in – en uitvarende schepen gaandeweg voor meer en meer problemen: strandingen, schades, tijdverlies… Er worden dan wel grote en kostelijke inspanningen gedaan om de verlanding te bestrijden, maar die hebben verre van het beoogde effect, zoals beschreven in het voorgaand artikel ‘Het Zwin, een zorgenkind’. Bovendien worden de zeeschepen ook voortdurend maar groter.
Om deze situatie in de mate van het mogelijke toch te managen doet men meer en meer beroep op schippers die bekend zijn met de plaatselijke situatie – vissers vooral – om schepen veilig in en uit te loodsen. En behalve de zandbanken zijn er ook drijvende bakens opgenomen op de kaart. Zij markeren ondieptes, bakenen vaarwegen af en helpen op hun manier om het scheepvaartverkeer veilig te laten verlopen, dan nog rekening houdend met de uitzonderlijke grote tijverschillen: 4.5 meter is het gemiddelde.
De wieg van onze moderne en geavanceerde scheepvaartbegeleiding staat hier in het Zwin van de 14de eeuw.
Loodsen - Het loodswezen.
Oorspronkelijk zijn het de schippers zelf die beroep doen op assistentie van een plaatselijk bekende stuurman of visser. In een tekst van 1367 (23) vindt men voor het eerst een verwijzing naar deze Vlaamse ‘leedsmannen’, loodsen ‘avant la lettre’.
In de eerste helft van de 15de eeuw echter neemt het aantal incidenten/strandingen toe. Onder druk van de internationale handel, organiseert de stad Brugge zelf zijn ‘loodswezen’. Vanaf 1459 mogen enkel nog ‘ghezworen piloten’ schepen beloodsen. Zij hebben eerst hun bekwaamheid moeten bewijzen, worden dan aangesteld en betaald door de stad: het zijn echte ‘Zwinloodsen’. Dat ‘zweren en betalen’ was ook bedoeld om de loodsen ervan te weerhouden om schepen naar andere havens dan Brugge te loodsen.
Het Loodswezen bestaat tot op de dag van vandaag en heeft een sleutelrol i.v.m. de veiligheid en vlotheid van het moderne scheepvaartverkeer.
https://www.loodswezen.be/, geraadpleegd 17/08/2016
Zeeloodsen en Scheldeloodsen gaan aan boord van een zeeschip en assisteren de kapitein om het schip veilig en vlot door de drukbevaren vaarwegen te loodsen: per jaar vinden er zo’n 150.000 loodsbewegingen plaats op zee, op de Schelde en op het kanaal Gent – Terneuzen.
De taak van een loods toen en nu is nog steeds dezelfde: vlot en vooral veilig scheepvaartverkeer waarborgen. Het immens grote verschil is dat de loods nu gesteund wordt door een aantal gespecialiseerde diensten. Dankzij de hedendaagse communicatietechnologie, heeft hij de beschikking over alle noodzakelijke gegevens in ware tijd: het weer, de stromingen, het getij, beschikbare dieptes/laatste peilingen (baggeren), tijdelijke hindernissen…
Terwijl de kapitein de expert is van zijn schip, is de loods bij uitstek de expert van de vaarweg. Hij voert ook de communicatie met de sleepboten, de havendiensten en de scheepvaartbegeleiding. Hij is op de hoogte van alle geldende procedures i.v.m. gevaarlijke lading.
Het Loodswezen is een organisatie van het Vlaamse Gewest en maakt deel uit van het agentschap Maritieme Dienstverlening en Kust.
Bebakening
Op de kaart In het Brugse stadsarchief zijn niet alleen de zandbanken opgetekend maar ook boeien, drijvende bakens. Die zijn daar gelegd om doorheen de ondieptes en zandbanken een veilige vaarweg af te bakenen. Parallel met het Loodswezen wordt ook een bebakeningsdienst uitgebouwd. Het begint in 1425, zeer bescheiden, met het aanbrengen van enkele niet nader omschreven merktekens, op verzoek en op kosten van de stad Brugge. De vaargeulen zijn niet alleen onderhevig aan verzanding op bepaalde plaatsen, maar ze verplaatsen zich ook: bebakening dient voortdurende aangepast te worden. Op het einde van de 15de eeuw liggen er tenminste 7 boeien.
Vuurtoren Hoge licht Westkapelle
Ook vaste bakens op de wal zijn zeer dienstig: lichtbakens en vuurtorens, vooral ook kerktorens. De kerktorens van Oostende, Blankenberge, Heist en Knokke zijn belangrijke oriëntatiepunten voor de schippers Op de foto zien we de huidige vuurtoren van Westkapelle: het is de kerktoren van de vroegere Sint Willibrorduskerk een belangrijk baken, nu nog altijd.
Even toch een zijdelings opmerking:
In tegenstelling tot wat soms beweerd wordt, hebben de (afgeplatte) kerktorens van Damme, Lissewege, Oostkerke en Sint-Anna-ter-Muiden – onze ‘polderkathedralen’ - nooit dienstgedaan als vuurtorens. Op al deze torens was een spits voorzien: op die van Damme heeft die ook effectief gestaan.
Het afbakenen van vaarwegen – betonning – is de taak en verantwoordelijkheid van de afdeling Vloot, Maritieme Dienstverlening en Kust. Sinds 1977 gebruiken alle Europese landen eenzelfde systeem: IALA A.
Boeien vragen constante aandacht. Ze zijn blootgesteld aan de natuurelementen, worden beschadigd, aangevaren, raken uit positie, behoeven onderhoud…
Vaarwegmarkering is een taak van de afdeling Vloot van het agentschap Maritieme Dienstverlening en Kust.
Beloodsing en bebakening: hun wieg staat bij de maritieme activiteiten in het Zwin van de 14de en 15de eeuw. Maar er is meer.
Technologie
De vaarpassen op zee en de Westerschelde zijn zeer drukbevaren waterwegen en worden soms vergeleken met een snelweg. Maar het is ingewikkelder dan dat. Diepliggende schepen moeten rekening houden met het getij, schepen met gevaarlijke stoffen aan boord moeten zich houden aan bepaalde procedures, schepen hebben ook verschillende snelheden, hebben verschillende ‘taille’ – van binnenschip naar containerschepen van 400 m lengte - er wordt continu gebaggerd, er zijn voortdurend werkschepen en sleepboten onderweg en vergeten we niet dat elk jaar 150.000 loodsbewegingen worden uitgevoerd.
Om dat alles veilig en vlot in goede banen te leiden is er een afdeling scheepvaartbegeleiding: VTS (Vessel Traffic Service) met een Verkeerscentrale in Zeebrugge, één in Zandvlieten en een Nederlands-Belgisch Beheer – en Exploitatieteam in Vlissingen. Zij beschikken over, en beheren de Schelderadarketen. De foto toont een radartoren op de Schelde nabij Doel.
Radartoren op de Schelde
De dienst beschikt ook over de modernste communicatiemiddelen: een maritiem netwerk dat toelaat te bellen, sms’en en internetten op zee.
Met behulp van de mondernste peilvletten en van de modernste peilapparatuur, worden continu peilingen genomen van de Vaarpassen op zee, de Zeeschelde en alle Vlaamse havens voor zover die onder invloed staan van het getij. Zij zijn de ogen onder water van de Vlaamse maritieme diensten: de afdeling Hydrografie. Niet onbelangrijk als men weet dat zonder baggeren de haven van Zeebrugge verondiept met 3 à 4 meter per jaar: continue opvolging is meer dan noodzakelijk.
Peilvlet(catamaran) Pierre Petit.
De dienst maakt ook de nautische kaarten aan en houdt ze voortdurend bijgewerkt naargelang data – voornamelijk peilingen, positie van wrakken, veranderingen in de bebakening… - ter beschikking komen en stelt de gegevens continu ter beschikking van de scheepvaart.
Nautische kaart van de Vlaamse Banken
De meest recente technologische innovatie is het ter beschikking komen van GPS: het Global Positioning System. Een serie van satellieten maakt plaatsbepaling op heel de aarde – dus ook op zee - mogelijk tot op enkele meter nauwkeurig. Dat geldt voor een schip, voor een boei, voor de locatie van een wrak, voor een gepeilde diepte, voor een kademuur, voor de exacte lokalisatie van een aanvaring…
GPS – Global Positioning System
(Website Mozaik Education, geraadpleegd 09/06/2021)
De verschillende disciplines krijgen hiermee allen dezelfde basis en ruggegraat, ze komen zo letterlijk zeer nauwkeurig op hun plaats. GPS levert een belangrijke meerwaarde. Hoe nauwkeuriger men kan werken, des te veiliger wordt de operatie, des te kleiner kunnen de toleranties worden, des te groter wordt de capaciteit van een operatie.
Epiloog
Actueel worden omstreeks 150.000 loodsbewegingen per jaar uitgevoerd. De gegevens van de Vlaamse Mobiliteitsraad (MORA) melden dat in het jaar 2019 meer dan 31.451 zeeschepen de 4 Vlaamse Zeehavens hebben aangelopen: Antwerpen, Zeebrugge, Gent en Oostende. Het is een indrukwekkende prestatie die enkel mogelijk is dankzij de perfecte organisatie en integratie van de Vlaamse nautische dienstverleners: scheepvaartbegeleiding, Schelderadarketen, loodswezen, bebakening, hydrografie, plaatsbepaling GPS en communicatie.
De Brugse loodsen leefden in een heel andere wereld dan hun collega’s van nu, maar zij stonden wel aan de wieg van de moderne nautische praktijk: dat mag niet vergeten worden.