vrijdag 11 december 2020
8. Brugge vóór oktober 1134, de Kraanrei.
woensdag 9 december 2020
7. Een veilige haven
De vloedgolf van oktober 1134 heeft de situatie drastisch veranderd. Vanuit het Sincfal wordt een ruime geul van 10 km lengte geslagen in zuidwestelijke richting, richting Brugge. De bruggelingen stellen vast dat voor de toenmalige zeeschepen de geul bevaarbaar is tot op een afstand van 5 km van Brugge en dat ze een ruime, veilige ankerplaats biedt, eigenlijk een ideale haven.
Eerst over het begrip zwin. Dit is in de eerste plaats geen eigennaam, maar wel de benaming voor een langgerekte, ondiepe geul op het strand, evenwijdig met de kustlijn verlopend. Meer algemeen wordt `zwin` gebruikt voor een getijdengeul die ook bij eb - lage tij - met zeewater nog is gevuld.
Het Zwin, met hoofdletter is dus ook een zwin, met kleine
letter.
De geul is zo’n 10 km lang, ruim en breed. Er is plaats genoeg, met voldoende diepgang, voor tientallen schepen. Ze is wel onderhevig aan het getij, maar ligt uiterst beschut voor storm en zwaar weer, essentieel voor schepen die voor anker liggen of aangemeerd aan een kaaimuur.
De bruggelingen beseffen vlug de kansen die deze situatie biedt. Aan het einde van de geul bouwen ze een dam: de stad Damme wordt er gesticht, de Reie tussen Brugge en Damme wordt gekanaliseerd met een sluis in Damme , het centrum van de stad wordt uitgebouwd, er komt een bijzondere organisatie van de goederenstromen....
Kortom, de bruggelingen ontwikkelen een visie, zijn doortastende ondernemers en in het Zwin ontstaat een uitgebreid havencomplex met behalve Damme ook Sluis, Hoeke, Mude en Monnikerede. Ze ontwikkelen Brugge tot het belangrijkste commercieel centrum van West-Europa in de 13de, 14de en 15de eeuw. Met de Bourgondische Hertogen wordt het ook een belangrijk politiek, en vooral een artistiek centrum in Europa.
36. Een Belgisch kanaal
Op dit punt gekomen van de conferentie, ontvouwt de Maere een alternatief plan: een ‘Belgische kanaal’ inderdaad, dat Gent verbindt met ee...
-
Gent en de zee: de geschiedenis. Auguste de Maere begint zijn uiteenzetting met te verwijzen naar de geografische ligging van Gent op he...