Schepen confortabel en veilig voor anker laten gaan in het Zwin is één zaak, hun ladingaan land brengen is een tweede.
Bovendien, bij het verhandelen van goederen is opslag onvermijdelijk. Daartoe zijn veilige en goed beschutte locaties/magazijnen nodig. De enige plaats die hiervoor in aanmerking komt - eerste helft 12de eeuw - is Brugge: er is een internationale markt, er is de aanwezigheid van de Burg en de Graaf van Vlaanderen, en er is de (eerste) omwalling. De aanloop naar de bouw van grotere magazijnen - (13de eeuw: Hallen, Belfort, Waterhalle,...) kan eventueel spoedig ter hand genomen worden. Damme bestaat nog niet, er is niets.
Waar het Zwin te ondiep wordt, bouwen de Bruggelingen een dam: ze creëren een plaats die bij hoogtij droog blijft. Goederen kunnen zo aangeland worden door kleine vaartuigen die de ladingen ophalen bij de voor anker liggende zeeschepen. Aansluitend worden ze dan over land naar Brugge vervoerd over een nieuw aangelegde weg tussen de 'dam' en Brugge. Over dit laatste zijn geen aanwijzigingen voorhanden, maar hoe kon het anders verlopen? Het zelfde verhaal geldt voor de uitvoer van goederen.
De dam zal ook vlug evolueren naar een dienstencentrum: elke zeeschip dat aankomt of dat vertrekt, heeft behalve de lading ook proviand nodig en andere spullen. Bij de dam ontstaat na korte tijd een nederzetting: Letterswerve dat al vlug 'Damme' wordt genoemd. Deze nederzetting fungeert als een vast overslagpunt tussen Brugge en het Zwin en groeit snel. Reeds in 1169 ontvang het zijn stadskeur. De eerste stap van een succesverhaal is gezet.
Wapen van Damme
Transport over land is duur en moeizaam: paarden, karren, voerlieden, ... Het blijkt vlug dat deze werkwijze de groeiende goederenstroom niet kan bolwerken. Er zijn verdere stappen nodig. De Bruggelingen begrijpen gaandeweg het potentieel voor groei dat hier geboden wordt en ontwikkelen als echte ondernemers een visie, die daadwerkelijk omgezet wordt in concrete plannen, in beleid, waarvan de samenhang essentieel is en de complexiteit verbaast.
Zeeschepen die door het Zwin via een kanaal, dat aansluit op de Spiegelrei en Kraanrei tot in de stad varen, lijkt op het eerste zicht de ideale oplossing. Maar de Bruggelingen realiseren zich dat zulk een kanaal voor zeeschepen, zeker voorlopig, niet aan de orde is, allicht wegens te groot en te duur maar misschien ook wegens bestaande beperkingen van breedte en diepgang in de stad.
Een kanaal maken voor kleinere schepen, dat aansluit op de Kraan – en Spiegelrei is wel haalbaar en dat kan zelfs later eventueel nog vergroot/verruimd worden indien nodig en nuttig. Die kleinere schepen kunnen via dit kanaal goederen van en naar het Zwin brengen: we noemen ze ’lichters' of binnenschepen. Tussentijdse opslag en overslag van goederen in Damme vervalt en een 'klein' kanaal sluit perfect aan op de reeds bestaande kanalen/reien/grachten in de stad. Het resultaat moet een veel performanter havenbedrijf opleveren.
Dit inzicht is de basis van wat later zal blijken een zeer succesvolle visie te zijn. De realisatie ervan is complexer dan op het eerste gezicht blijkt en vergt inzicht op de lange termijn en vooral innovatie.