Gent en de zee: de geschiedenis.
Auguste de Maere begint zijn uiteenzetting met te verwijzen
naar de geografische ligging van Gent op het samenvloeien van Leie en Schelde.
De groene stippellijn staat symbool voor de eeuwenlange
aandacht van de Gentenaars voor een goede directe verbinding met de zee, bewust
als ze zijn van het belang ervan in de welvaart van de hun stad: tot op de dag
van heden! Het succes van Brugge in de 13de, 14de en 15de
eeuw is op de achtergrond voortdurend in de gedachten aanwezig.
De brochure beschrijft eerst de geschiedenis van deze gedachte.
Er is de bouw van de Lieve (1262 – 1269). Een uitzonderlijk knap waterbouwkundig werk dat het Zwin (Damme)verbindt met Gent. Het verliest zijn betekenis met de verzanding van het Zwin.
De Sasse vaart (1549) liep van Gent tot de Westerschelde. Het kende een bewogen geschiedenis tijdens de tachtigjarige oorlog. Met het Verdrag van Münster (1648) bleef de Sassevaart definitief gesloten door de Noordelijke Nederlanden en verliest Gent zijn directe toegang tot de zee.
De kanalisatie van de Yperlee tussen Brugge en Oostende, en dan via de Zuidleie naar Gent. De internationale politiek, het getouwtrek tussen de Noordelijke Lage Landen en Lodewijk 14, Maria Theresia en Jozef 2 heeft deze verbinding tussen Gent en de Noordzee (Oostende) evenwel in de kiem gesmoord.
Op 30 mei 1814 worden België en Nederland verenigd onder Koning Willem II. Er zijn geen politieke bezwaren meer en de koning laat zonder problemen het kanaal van Gent naar Terneuzen bouwen. Het werd voltooid in 1827. Gent heeft opnieuw een directe toegang tot de zee.
Toestand in het jaar 1866.
Het kanaal is 34 km lang, de diepgang bedraagt 4.40 m en de
breedte is 10 m. Het kijkt aan tegen twee belangrijke uitdagingen: diepgang en
waterpeil.
Het waterpeil.
Het bassin van Gent wordt gevoed door de Leie en door de Bovenschelde.
Op zijn beurt voedt het bassin het kanaal Gent – Terneuzen, het kanaal Gent –
Brugge en de Zeeschelde. In de zomer, wanneer de scheepvaart zeer actief is,
wordt de diepgang van 4.40 m op het kanaal continu onderschreden: het peil
blijft soms tot 70 cm onder het voorgeschreven peil.
Figuur 8 is de originele lijst, in de tekst door Baron
Auguste de Maere, van de onderschrijvingen in het jaar 1864 zoals genoteerd 3.2.
Toename van de tonnemaat.
Op basis van de gegevens in de publicatie kan ook de figuur
9 worden samengesteld. De gemiddelde tonnemaat is een goede indicator van de
grootte der schepen die, in dit geval, de haven van Gent aanlopen. Die
gemiddelde tonnemaat is in 20 jaar verdubbeld! De schepen worden vlug groter en
hun diepgang neemt verhoudingsgewijze toe.
Twee voorontwerpen.
Op het moment van de conferentie circuleren er twee
voorontwerpen voor de aanpassing van de diepgang van het kanaal van 4.40 m naar
6.00 meter. Het eerste – van M. De Hemptinne -
is gebaseerd op het verdiepen van het kanaal, het tweede voorontwerp – van M. Pickaert – beoogt het verhogen van het
waterniveau.
Verdiepen en verruimen van het kanaal.
de Maere schetst de werkzaamheden dit hierbij nodig zijn,
zoals het vernieuwen van de sluizen en de bruggen, bouwen van kaaimuren, aanschaf
van terreinen, grondverzet van 2.000.000 m3 … .
De kost wordt geschat op 7.000.000 en de duur van de werken
op 3 jaar waarbij het kanaal, en dus ook de haven, gesloten zou zijn voor de
scheepvaart. Hierbij is dan nog niet de nodige verdieping en aanpassing van het
stuk op Nederlands grondgebied meegerekend, inclusief de eventuele diplomatieke
moeilijkheden. de Maere steunt dit project niet.
Verhogen van het waterniveau.
Dit project wordt wel gesteund door de Maere: alle elementen
van het kanaal kunnen behouden blijven, er zou slechts een kleine hinder zijn
voor de scheepvaart gedurende een beperkte tijd die nodig is om enkele
maatregelen te nemen in verband met de waterhuishouding van het kanaal en van
de terreinen erlangs. Deze maatregelen zijn trouwens gelijkaardig aan deze die
men voor het Nederlandse deel van het kanaal reeds genomen heeft.
Une porte sans clef
Auguste de Maere heeft nu het probleem van het kanaal Gent –
Terneuzen uitvoerig geanalyseerd en de twee mogelijke oplossingen besproken. Hij besluit als volgt:
‘Le
canal de Terneuzen est avant tout un canal international ; un tiers du
parcours total, l’entrée même, appartiennent à un état étranger. Aucun
changement au régime du canal, aucune baisse d’eau, aucune restauration aux
ouvrages d’art, ne peuvent se faire que de commun accord entre les deux
gouvernements. Est-ce là un état des choses suffisamment normal et à tout
jamais assez rassurent pour engager l’État Belge à entrer dans des dépenses
aussi fortes ?
Elargir
ainsi à grands frais le canal de Terneuzen, n’est-ce pas en somme, élargir à grands
frais une porte dont on n’aura jamais la clef ?’
Plots wordt de - voorheen analytische - toon scherp. Het is alsof de Maere in 1866 al weet dat
de Gentenaars, ondanks zijn waarschuwing, toch het kanaal zullen verdiepen en
verbreden. Hij wijst er op dat de Nederlanders, na de onafhankelijkheid van België, de Westerschelde blokkeerden: en was er in de periode 1830 –
1841 inderdaad geen scheepvaart op het kanaal mogelijk.
Maar toch, in het
jaar 1870 beginnen de Gentenaars aan de verdieping en verbreding van het kanaal
Gent – Terneuzen. In 1881 worden de werken op Belgisch grondgebied voltooid. In
dat jaar beginnen ook de Nederlanders aan de verdieping en verbreding van hun
deel. In 1885 zijn alle werken voltooid. Het kanaal heeft nu een diepgang van
6.50 m, 17 meter breed op de bodem en 68 m aan de waterspiegel. Gent beschikt
nu over een toegang tot de zee die de grootste zeeschepen van die tijd kan
ontvangen, zij het zonder te beschikken over de volledige zeggenschap.
Een Belgisch kanaal.
Op dit punt gekomen van de conferentie, ontvouwt de Maere
een alternatief plan: een ‘Belgische kanaal’. Je voelt zijn enthousiasme
stijgen. Dit wordt het hoogtepunt van zijn discours.
Waarom verbinden we Gent niet met een plaats aan de Belgische Kust? Hij toont een kaart van de waterwegen noordwestelijk van Gent – Figuur 10 - en merkt op dat er reeds een kanaal ligt dat, op een kleiner stuk na tegen Gent, die verbinding reeds maakt voor een flink deel: het Schipdonkkanaal, officieel het Afleidingskanaal van de Leie (de Stinker).