maandag 20 mei 2024

34. August de Maere

 

Sint – Niklaas, 30 januari 1826.  In het gezin van Charles de Maere en Cecile Van Remoortere wordt een jongetje geboren die de naam krijgt van Camille Charles Auguste de Maere: de latere Baron Auguste de Maere – Limnander. Vader Charles is dichter, componist maar vooral een rijke katoenindustrieel. Hij is ‘orangist’, d.w.z. loyaal aan het huis Oranje-Nassau tijdens de Hollandse bezetting in de periode 1815 – 1830. Na de Belgische onafhankelijkheid is hij ongewenst en wijkt het gezin uit naar de noordelijke Lage Landen, Nederland.

De jonge August krijgt een Nederlandse opvoeding. Hij volgt lager en middelbaar onderwijs in Deventer en studeert wetenschappen in Amsterdam. Hij vervolledigt zijn opleiding in Parijs aan de École des Arts et Manufactures en wordt in het jaar 1845 waterbouwkundig ingenieur.

Zowel Asterdam als Rotterdam krijgen in de 19de eeuw grote moeilijkheden  met de capaciteit en de toegankelijkheid van hun havens. De daaropvolgende grote waterbouwkundige projecten hebben een grote zichtbaarheid, zoals bijvoorbeeld in de politiek en in de pers. Innovatie speelt een grote rol en bedrijven zijn bereid om grote investeringen te realiseren. Dat een ambitieuze – en zeer bemiddelde - jongeman in Nederland besluit waterbouwkunde te studeren mag niet verwonderen.


Figuur 6

Auguste de Maere

Na zijn huwelijk in 1850 met Coralie Limnander de Zulte, keert Auguste de Maere terug naar Gent, waar hij in de eerstvolgende jaren vooral op cultureel gebied bedrijvig is: hij speelt cello en steunt het muzikale leven in Gent als mecenas. In het jaar 1857 wordt hij dan toch verkozen als schepen van openbare werken voor de Liberale partij. Eén van zijn verwezenlijkingen, in het verlengde van zijn waterbouwkundige opleiding, is de bouw van een sluis buiten Gent die de talrijke sluizen in de stad overbodig maakt. Hij legt ook de ringlanen aan rond de historische stad.

Zijn functie brengt hem in contact met de leidende economische en industriële kringen van de stad. Die verenigen zich in 1858 in ‘Le cercle commercial et industriel de Gand’ en het spreekt voor zich dat zij met veel belangstelling de ontwikkelingen tijdens de eerste industriële revolutie volgen, met de grote waterbouwkundige projecten in Nederland in het bijzonder. Ook voor de haven van Gent wordt op dat moment de toegang tot de Noordzee problematisch en dreigt Gent de aansluiting met de eerste industriële revolutie te missen. Op een bepaald moment, zal de ‘cercle’ aan August de Maere vragen– wie anders? – om een conferentie te geven met als onderwerp een directe maritieme toegang van Gent tot de Noordzee. Hij is waterbouwkundig ingenieur en door zijn opleiding en opvoeding bijzonder goed geïntroduceerd in Nederland. Hij spreekt ook zeer vlot Nederlands: in zijn kringen is dat in die tijd niet gewoon.

Auguste de Maere geeft de conferentie op 15 februari 1866. De publicatie van de tekst volgt en heeft als tittel:

DES COMMUNICATIONS DIRECTES

DU PORT DE GAND A LA MER

Canal de Terneuzen. – Canal de Heyst.

CONFERANCE  DONNEE AU CERCLE COMMERCIAL ET INDUSTRIEL DE GAND

Le 15 février 1866

PAR A. DE MAERE – LIMNANDER

Echevin – Commissaire des travaux

Het is een belangrijk document dat nader toezien noodzakelijk maakt. Auguste de Maere legt hiermede het kader vast waarbinnen de discussies zich zullen afspelen en die uiteindelijk zullen leiden naar de bouw van een nieuwe haven in Zeebrugge.

Het blijft merkwaardig dat het incubatie traject voor de nieuwe haven in Gent start en niet in Brugge.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

36. Een Belgisch kanaal

  Op dit punt gekomen van de conferentie, ontvouwt de Maere een alternatief plan: een ‘Belgische kanaal’ inderdaad, dat Gent verbindt met ee...